Solaris-wijndruiven

De "Zweedse druif" Solaris is een

middelgrote groene druif gemaakt in 1975 door het staatswijninstituut in Freiburg, Duitsland door de variëteiten Merzling en GM6493 te kruisen. Het is een zogenaamde PIWI-plant (pilzwiderstandsfähig), wat een druif betekent die wordt gekenmerkt door zijn weerstand tegen ziekten en echte meeldauw. Het is goed bestand tegen koudere klimaten, waardoor het een populaire variëteit is geworden in Noord-Europa. Tegenwoordig is het de meest gebruikte druivensoort in de Zweedse wijnbereiding.

Solaris wordt door de EU erkend als een "Vinis Vinifera"-variëteit, ook al zitten er hybride druiven in de stamboom.

De trossen zijn middelgroot en de wijnstokken zijn rijkdragend, de bladeren zijn groot en heldergroen. De Solaris-wijnen kunnen qua aroma sterk variëren, van aromatische tonen tot rijpe gele appels en honingtonen, afhankelijk van de plaats van teelt en de filosofie van het wijnmaken. Hoge mostgewichten maken de druif geschikt voor zoete wijnen, maar in de meest noordelijke wijnstreken, zoals in Zweden, is het suikergehalte over het algemeen lager en komen droge wijnen vaker voor. De smaak van de wijnen is sterk en geconcentreerd, meestal met een goede body. Veel Solaris-wijnen hebben ook een hoog alcoholpercentage van 13-14%. Veel Zweedse wijnen worden uitsluitend gemaakt van Solaris-druiven, in andere landen wordt het vaker gemengd met andere variëteiten, zoals Riesling of Pinot Blanc.