Phoenix wijndruif
Phönix, of Pheonix, (fokcode Gf. GA-49-22) is een groene druivensoort, ontstaan als een kruising van Bacchus (een Vitis vinifiera variëteit) en Villarc Blanc, de laatste een zogenaamde hybride druif. Het komt voort uit het Geilweilerhof Instituut voor Druiventeelt in Siebeldingen, Duitsland, in 1964 door Dr. Gerhardt Alleweldt. In 1992 kreeg het kwekersrecht.
Het is niet een van de meest voorkomende druiven, maar verwacht dat het in Zweden tot op zekere hoogte wordt verbouwd in landen als Duitsland en België.
De druif is gemaakt voor het maken van wijn, maar is ook populair geworden als tafeldruif, veel dankzij de sappige bessen met dunne schil. Het is ook een populaire tuinplant, niet alleen vanwege de smaak, maar ook vanwege de grote bladeren die vooral in de herfst kleurrijk zijn. Phönix wordt beschouwd als een "PIWI"-variëteit, omdat het bestand is tegen zowel soorten echte meeldauw als schimmel. Het is echter minder resistent tegen botrytis, maar kan op verschillende bodems groeien en geeft normaal gesproken een goede opbrengst, waardoor het geschikt is voor de barre klimaatomstandigheden in de meest noordelijke wijngebieden, zoals Zweden.
De druiven zijn groen tot geel, soms aan de grijze kant en groeien in grote compacte trossen.
Voor het maken van wijn wordt Phönix normaal gesproken gebruikt in cuvées, wat betekent vermengd met andere variëteiten.